Apparaat koelt niet goed | 1.Thermostaat verkeerd ingesteld | 1.Thermostaat controleren en afstellen |
| 2. Vuile condensorbatterijen | 2. Reinig de condensorbatterijen |
| 3. Geblokkeerde ventilatieopeningen | 3. Zorg ervoor dat de ventilatieopeningen vrij zijn |
| 4. Koelmiddel lek | 4. Bel een technicus bij koelmiddelproblemen |
IJsvorming in de vriezer | 1. Defecte ontdooitimer of verwarming | 1. Controleer en vervang de ontdooitimer of verwarming |
| 2. Deur sluit niet goed af | 2. Inspecteer en vervang de deurpakkingen |
| 3. Frequente deuropeningen | 3. Minimaliseer deuropeningen |
Compressor draait constant | 1. Vuile condensorbatterijen | 1. Reinig de condensorbatterijen |
| 2. Onvoldoende ventilatie | 2. Zorg voor voldoende ruimte rondom het apparaat voor ventilatie |
| 3. Defecte thermostaat of temperatuursensor | 3. Test en vervang de thermostaat of sensor |
Er lekt water uit het apparaat | 1. Verstopte of bevroren afvoerleiding | 1. Maak de afvoerleiding vrij |
| 2. Overmatige vochtigheid | 2. Controleer en beheer de luchtvochtigheid |
| 3. Onjuiste waterpasstelling van het apparaat | 3. Zorg ervoor dat het apparaat waterpas staat |
Deuren sluiten niet goed | 1. Beschadigde of versleten deurpakkingen | 1. Vervang beschadigde deurpakkingen |
| 2. Verkeerd uitgelijnde deuren | 2. Pas de uitlijning van de deur aan |
| 3. Obstakels in het deurpad | 3. Obstakels verwijderen |
Ongebruikelijke geluiden | 1. Losse componenten | 1. Draai losse onderdelen vast |
| 2. Problemen met de ventilatormotor | 2. Inspecteer en vervang de defecte ventilatormotor |
| 3. Compressorproblemen | 3. Neem contact op met een technicus bij problemen met de compressor |
Hoog energieverbruik | 1. Frequente deuropeningen | 1. Deuropeningen verkleinen |
| 2. Onjuiste temperatuurinstellingen | 2. Optimaliseer de temperatuurinstellingen |
| 3. Slechte isolatie of deurafdichting | 3. Deurpakkingen vervangen en isolatie verbeteren |
Binnenverlichting werkt niet | 1. Doorgebrande lamp | 1. Vervang de lamp |
| 2. Defecte lichtschakelaar | 2. Test en vervang de lichtschakelaar |
| 3. Elektrische problemen | 3. Controleer elektrische aansluitingen |
Temperatuurschommelingen | 1. Onnauwkeurige thermostaat | 1. Kalibreer of vervang de thermostaat |
| 2. Defecte temperatuursensor | 2. Vervang de temperatuursensor |
| 3. Frequente deuropeningen | 3. Minimaliseer deuropeningen |
Apparaat gaat niet aan | 1. Problemen met de stroomvoorziening | 1. Controleer de voeding en aansluitingen |
| 2. Doorgebrande zekering of geactiveerde stroomonderbreker | 2. Vervang de zekering of reset de stroomonderbreker |
| 3. Defecte stroomschakelaar | 3. Test en vervang de aan/uit-schakelaar |
Geur in het apparaat | 1. Bedorven eten | 1. Verwijder bedorven voedsel en maak de binnenkant schoon |
| 2. Slechte schoonmaak en onderhoud | 2. Maak het apparaat regelmatig schoon en controleer het op schimmel |
| 3. Verstopte afvoerleiding | 3. Maak de afvoerleiding vrij |
Deur zweten | 1. Hoge luchtvochtigheid | 1. Controleer de luchtvochtigheid in de kamer |
| 2. Defecte deurpakkingen | 2. Deurpakkingen vervangen |
| 3. Openingen | 3. Minimaliseer deuropeningen |
Vorstvorming op de verdamper | 1. Storing in het ontdooisysteem | 1. Inspecteer en repareer het ontdooisysteem |
| 2. Er lekt lucht door de deurpakkingen | 2. Deurpakkingen vervangen |
| 3. Hoge luchtvochtigheid | 3. Houd de luchtvochtigheid onder controle en verminder de deuropeningen |