Geen ijsproductie | Stroomproblemen, problemen met de watervoorziening,defecte componenten. | 1. Controleer de voeding en aansluitingen. |
| | 2. Zorg ervoor dat de watertoevoer voldoende is en niet geblokkeerd. |
| | 3. Inspecteer de waterinlaatklep op eventuele problemen. |
| | 4. Onderzoek de verdamper en condensor op schade. |
Onvoldoende ijs | Lage waterstroom, problemen met temperatuurinstellingen, koelmiddel problemen. | 1. Controleer en reinig het waterfilter. |
| | 2. Pas indien nodig de temperatuurinstellingen aan. |
| | 3. Controleer het koelmiddelniveau en vul indien nodig bij. |
| | 4. Zorg ervoor dat de waterpomp correct functioneert. |
Problemen met de ijskwaliteit | Vuil water, opbouw van mineralen, problemen met waterfiltratie. | 1. Maak de ijsmachine grondig schoon. |
| | 2. Vervang waterfilters regelmatig. |
| | 3. Inspecteer de watertoevoer op onzuiverheden. |
| | 4. Pas de waterhardheidsinstellingen aan, indien van toepassing. |
Geluidsoverlast | Losse of beschadigde onderdelen, problemen met de compressor. | 1. Draai losse onderdelen vast. |
| | 2. Controleer of er vreemde voorwerpen zijn die geluid veroorzaken. |
| | 3. Inspecteer de compressor op problemen. |
| | 4. Smeer bewegende delen indien nodig. |
Lekkend water | Verstopte afvoer, beschadigde waterleidingen, problemen met de waterinlaatklep. | 1. Verwijder eventueel vuil uit de afvoer. |
| | 2. Controleer de waterleidingen op lekkage en vervang deze indien nodig. |
| | 3. Inspecteer de waterinlaatklep op schade. |
| | 4. Zorg voor de juiste waterdruk. |
Weergave-/controleproblemen | Elektronische storingen, sensorproblemen. | 1. Controleer de stroom naar het bedieningspaneel. |
| | 2. Kalibreer of vervang defecte sensoren. |
| | 3. Reset het bedieningspaneel indien van toepassing. |
| | 4. Update firmware/software indien beschikbaar. |
IJs Overproductie | Slecht functionerende besturing, defecte sensoren. | 1. Controleer en herkalibreer het besturingssysteem. |
| | 2. Inspecteer en vervang defecte sensoren. |
| | 3. Zorg ervoor dat de ijsmachine op de juiste productie is ingesteld. |
| | 4. Controleer op eventuele obstakels in het ijsproductietraject. |
IJs smelt voortijdig | Hoge omgevingstemperatuur, defecte thermostaat. | 1. Controleer en pas de thermostaatinstellingen aan. |
| | 2. Zorg ervoor dat de ijsopslagruimte goed geïsoleerd is. |
| | 3. Controleer op ventilatieproblemen in de locatie van de machine. |
| | 4. Controleer of de condensor schoon is en goed functioneert. |
IJsmachine oververhit | Hoge omgevingstemperatuur, slechte ventilatie, defecte condensorventilator. | 1. Verbeter de ventilatie op de locatie van de ijsmachine. |
| | 2. Maak de condensorbatterijen regelmatig schoon. |
| | 3. Controleer en vervang een defecte condensorventilator. |
| | 4. Verlaag de werklast als de machine constant draait. |
IJsmachine gaat niet aan | Problemen met de stroomvoorziening, defecte besturingskaart, beschadigde bedrading. | 1. Controleer de voeding en aansluitingen. |
| | 2. Inspecteer en vervang een defecte besturingskaart. |
| | 3. Onderzoek het netsnoer en de bedrading op eventuele schade. |
| | 4. Test en vervang indien nodig een defecte aan/uit-schakelaar. |
IJsmachine loopt vast | Problemen met koelmiddelen, lage omgevingstemperatuur, defecte thermostaat. | 1. Controleer de koelmiddelniveaus en pas deze aan. |
| | 2. Zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur binnen het gespecificeerde bereik ligt. |
| | 3. Vervang een defecte thermostaat. |
| | 4. Maak de verdamperspiralen regelmatig schoon. |
Ongelijkmatige ijsproductie | Ongelijkmatige waterverdeling, defecte waterpomp, problemen met de waterniveausensor. | 1. Controleer op verstoppingen of beperkingen in de waterdistributie. |
| | 2. Zorg ervoor dat de waterpomp het water gelijkmatig verdeelt. |
| | 3. Kalibreer of vervang de waterniveausensor. |
| | 4. Controleer of de waterinlaatklep goed functioneert. |